Het RIVM publiceert vandaag de resultaten van de Monitor Mondgezondheid 2024. De cijfers tonen een duidelijk patroon: mensen uit lagere inkomensgroepen en met een lager opleidingsniveau hebben een slechter gebit. Ze poetsen minder regelmatig hun tanden en maken minder gebruik van mondzorg.
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu verzamelt sinds 2023 jaarlijks informatie over de mondgezondheid van Nederlanders. De nu gepubliceerde gegevens over 2024 laten aanzienlijke verschillen zien tussen bevolkingsgroepen.
Concrete verschillen
Mensen met een lager inkomen of met basisschool, vmbo of mbo1 als hoogste opleiding poetsten vorig jaar minder vaak minstens twee keer per dag hun tanden. Ook gingen ze minder naar een tandarts of mondhygiënist dan mensen uit hogere inkomensgroepen of met een hbo- of academische opleiding.
De gevolgen zijn zichtbaar: deze groep ervoer minder vaak een goede mondgezondheid, had minder vaak twintig of meer echte tanden en kiezen, en had vaker een kunstgebit.
Rol van geld
Geld speelt een belangrijke rol in de verschillen tussen de groepen, benadrukt het RIVM. De kosten van de tandarts en mondhygiënist vormen een belemmering. Ook beïnvloedt het inkomen de toegang tot goede voeding, een gezonde leefomgeving en de hoeveelheid stress.
Het instituut ziet dat ongelijkheden zich opstapelen. Achterstanden aan het begin van het leven kunnen later leiden tot een slechtere mondgezondheid.
Meer preventie nodig
Het RIVM constateert dat veel beleid gericht is op individuele behandelingen. Meer aandacht voor preventie zou beter zijn. Het instituut verwijst naar een programma op het consultatiebureau, waar tijdens afspraken al aandacht wordt besteed aan mondzorg en voedingsadviezen. "Zo kan de basis worden gelegd voor een betere mondgezondheid op latere leeftijd en kunnen ongelijkheden worden verminderd", aldus het RIVM.
Let op: Dit artikel is gemaakt met Kunstmatige Intelligentie (AI).

1 godzina temu















